Hege Geasten (36 ha).

Ganzen. Vroeger, dan praat ik over eind jaren zestig, begin jaren zeventig. Over-winterden er tienduizenden Grauwe ganzen in de Hege Geasten. Vlogen ze s `morgens vroeg uren achter elkaar naar hun foerage gebieden. En kwamen dan s `avonds weer terug om te overnachten. Na de over-wintering gingen ze weer naar Noord-Europa om te broeden. Scandinavië en de Oostzee. Nu zijn ze, sinds enkele decennia`s over het gehele land verspreid. En de aantallen van toen komen nu niet meer voor in Van Oordt`s Mersken. 

Foto boven: Grauwe ganzen en een Witte Reiger.

Er zijn verschillende soorten ganzen oa. Grauwe gans, kolgans, Rietgans, Brandgans en de Rotgans.

Foto boven: Grauwe ganzen en Brandganzen.

 

 

De nestholte zat ongeveer op een hoogte van 2 meter. Het mooie van een specht is wanneer hij bv mensen ziet, achter de boom of tak kruipt. Zodat ze hem niet kunnen zien. Toen ik het nestholte ontdekte hadden ze al jongen, er werd dus steeds op en  neer gevlogen met voedsel. (fotocamera op afstand bediend).

 

De grote bonte specht is met een lengte van 20 tot 26 cm en een gewicht van 60 tot 110 gram een vrij grote vogel, die bovenop zwart is en wit van onder. Hij heeft grote, ovale witte schoudervlekken en een rode anaalstreek. De ogen zijn bruinrood, de snavel en de poten zijn grijs. Het mannetje heeft een rode vlek op het achterhoofd, het vrouwtje heeft een geheel zwarte kruin.

Bron: Wikipedia

Ook de vos hoort in Van Oordt`s Mersken thuis.

 

De vos heeft een slanke snuit en puntige rechtopstaande oren. De staart is lang, dik en ruig. Hij heeft een schouderhoogte van 35 tot 40 centimeter en staat hoog op de poten. Hij heeft een kop-romplengte van 58 tot 90 centimeter met een staart van 32 tot 48 centimeter. Hij weegt zes tot tien, soms vijftien kilogram. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes

Bron: Wikipedia

Fazanten zijn prachtig gekleurde vogels - althans, de mannetjes. De vrouwtjes zijn bijzonder goed gecamoufleerd. De fazant komt van nature voor in Europa, maar niet in de West-Europese landen. Het gebied tussen Georgië, Armenië, Azerbeidzjan en van Vietnam tot in Noord-Korea vormt het oorspronkelijke leefgebied van de fazant.

De Romeinen waardeerden de fazant om zijn vlees en zorgden ervoor dat de soort zich over grote delen van Europa verspreidde. De groei van het Europese fazantenbestand vond later plaats. Vooral ten behoeve van de plezierjacht werden vanaf de 18e eeuw grote aantallen fazanten gefokt en losgelaten. Dit is in Nederland verboden, maar gebeurt illegaal nog wel.

De fazant komt van nature voor in laaglandbossen, waar hij is gespecialiseerd in het vangen van insecten, hagedissen en soms muizen, zaden en aas op de bosbodem. De in Nederland voorkomende fazant is een mix van verschillende ondersoorten en varianten, die in het Aziatische broedgebied voorkomen.